Ken je dat? Je hebt jezelf voorgenomen om nooit meer in zo’n vervelende discussie te belanden, maar voor het weet zit je er weer middenin. Het is tijd om het anders aan te pakken!

 

Maar allereerst: Het is niet altijd verkeerd om ruzie te maken; met boosheid geef je grenzen aan en als je erover kunt praten maakt het je relatie sterker. Maar het is altijd belangrijk om een ruzie te repareren, omdat er geen gram boosheid verloren gaat. Om dat te kunnen doen, moet je het gevoel van de ander kunnen valideren en je realiseren dat die ander de dingen anders ziet dan jij. De meeste stellen zijn zich er niet van bewust dat hun ruzies niet gaan over de afwas, geld of wie wat doet in huis, ook al lijkt het zeker dáárover te gaan. Waar je werkelijk ruzie over maakt is altijd het gevoel dat onder de gebeurtenissen ligt, bijvoorbeeld dat je te weinig aandacht krijgt, te weinig waardering of steun.

 

Hoe gek het ook klinkt: het onderwerp van de ruzie doet er niet toe. Het is wát we doen in een ruzie, dat voor de verwijdering zorgt.  Laten we eens kijken hoe dat eruit kan zien.

 

Wat doen we in een conflict?

Een van de eerste dingen die we doen bij ruziemaken is selectief bewijs verzamelen om de ander ervan te overtuigen dat jouw stelling de juiste is. Jouw overtuiging speelt hierin een grote rol en veel van wat er gebeurt leg je langs deze meetlat (zie blog ‘verhalen die jij jezelf vertelt’). Bijvoorbeeld: “je hebt me niet gebeld omdat ik niet belangrijk voor je ben”. Zelfs als de ander ontkent dat dit waar is, houd je vaak vast aan jouw overtuiging. Je denkt dat er maar één persoon gelijk kan hebben – en laat dat nou net toevallig jij zelf zijn. Dit geloof je liever dan je te realiseren dat iemand anders een compleet andere ervaring en idee bij dezelfde gebeurtenis kan hebben.

 

Het tweede verschijnsel in een ruzie is dat we ons eigen aandeel vaak verklaren door een situatie, maar het aandeel van de ander verklaren door zijn of haar karakter of eigenschappen. Bijvoorbeeld: als ik chagrijnig ben, dan komt dat omdat ik een slechte dag heb. Als jij chagrijnig bent dan komt dat omdat je geen relaties kunt onderhouden.

 

Het derde wat gebeurt is negatieve escalatie. Dit is als we de ander provoceren tot gedrag dat we afkeuren. Er zit iets voorspelbaars in het gedrag van de ander, wat ervoor zorgt dat wij gelijk kunnen krijgen. Bijvoorbeeld: ik praat op een manier tegen je die jou tot wanhoop brengt. Als je dan gaat schreeuwen, zeg ik dat je agressief bent en dat ik nóóit tot je kan doordringen!

 

Duidelijk is dat geen van deze manieren ons iets goeds oplevert, want hoezeer we ook ons best doen, ze leiden altijd tot dezelfde soort discussies. Vaak beschuldigen we de ander van het laten escaleren van ruzie en vergeten we hoe we ook zelf daaraan bijdragen.

 

Welke fouten maken we?

Uit eigen ervaring weet ik dat alles wat je zegt tijdens een ruzie voor jou absoluut waar is, in plaats van een ervaring die je voelt en die specifieke situatie. “Als ik het voel, dan moet het wel waar zijn”, dus “als ik voel dat je niet om me geeft, dan geef je niet om me!” Wat ruzies ook zo scherp maakt zijn de woorden ‘altijd’ en ‘nooit’: “ik doe altijd alles in huis, jij doet nooit iets.” Dat laat voor de ander weinig anders over dan te ontkennen of om jou aan te vallen, omdat je net hebt gezegd dat hij/zij een vreselijk persoon is.

Nog zo’n fout die we maken is langdurige kritiek uitoefenen. Als je veel en vaak kritiek hebt op de ander, dan krijgt die het gevoel nooit iets goed te kunnen doen. Dit is hoe minachting voor de ander ontstaat, en minachting luidt het einde van de relatie in (zie ook mijn blog over de Vier ruiters van de apocalyps van John Gottman). In kritiek zit vaak een verlangen verborgen. Als ik zeg: “je doet nooit de afwas”, wat ik dan werkelijk wil zeggen is: “ik zou graag willen dat jij vaker de afwas deed”. Maar dat is lastig om te zeggen omdat het kwetsbaar maakt. Als ik dat zou vragen en jij zou het niet doen, dan zou ik kunnen denken dat ik het niet waard ben.

 

Hoe doen we het dan wel?

Ik kom er steeds weer op terug: switch van reageren naar reflecteren. Als je een conflict hebt, probeer je -voordat je uit dat je het er niet mee eens bent- te herhalen wat je de ander hoort zeggen. Dit is heel belangrijk. Want als jij herhaalt wat je hoort, dan doorbreek je een patroon en dan voelt de ander zich gehoord. Dat klinkt bijvoorbeeld zo: “ik hoor je zeggen dat als ik dit doe, jij je rot voelt.”

 

Een handig hulpmiddel is de XYZ- regel van John Gottman: Als jij X doet in situatie Y, dan voel ik me Z. Bijvoorbeeld: als we uit eten zijn met vrienden en jij kapt mijn verhaal af, dan voel ik me genegeerd. In dat geval vertel je hoe jij je voelt in plaats van dat jij je partner veroordeelt. Dit kan je partner altijd beter horen dan een persoonlijke aanval. Het helpt om een ruzie te de-escaleren, omdat je vertraagt waardoor je kunt nadenken over wat je probeert te zeggen. Bovendien is een discussie over hoe iemand zich voelt niet mogelijk.

 

We maken ruzie omdat we het gevoel willen hebben dat we ertoe doen, dat de ander respecteert wat jij voelt of denkt. Als jij de ander kunt horen, en de ander jou, dan is dat verbindend. Want ook al ben je het niet met elkaar eens, als jouw gevoel is bevestigd, of als jij hebt kunnen inzien dat de ander een andere beleving heeft dan jij, dan is er opeens geen ruzie meer. Jij kan vasthouden aan jouw waarheid, en tegelijkertijd erkennen dat die er voor je partner, in dezelfde situatie, anders uit kan zien.

 

De Imago-dialoog die ik in mijn praktijk gebruik is speciaal ontwikkeld om je dit te leren. Dit fantastische hulpmiddel leer ik je graag.

 

 

 

Bronnen: Imago therapie, Esther Perel, John Gottman