“Een slechte relatie is net zo ongezond als ongezond eten of weinig beweging.”

Interview met Esther Kluwer (48) naar aanleiding van haar aanstelling als eerste bijzonder hoogleraar duurzame relaties aan de Radboud Universiteit. Waar andere relatiewetenschappers zich buigen over het hoge aantal scheidingen, kiest zij voor een positieve onderzoeksinsteek: wat zijn de ingrediënten voor een gelukkige relaties?

Eigenlijk is het best opvallend, vindt Esther Kluwer. Zodra de wetenschapster op een feestje vertelt dat ze onderzoek doet naar relaties, begint haar gesprekspartner vaak uitgebreid te verhalen over de scheiding of relatieperikelen van een vriend of kennis. Nooit brengt iemand op zo’n moment de issues met de eigen partner ter sprake. ‘Veel mensen hebben nog steeds schroom om over relatieproblemen te praten,’ zegt Kluwer. ‘Het is een ontzettend gevoelig onderwerp. Dat is ook een reden waarom veel stellen de stap naar een relatietherapeut niet of te laat zetten.’

Waar andere relatiewetenschappers zich buigen over de oorzaken van het hoge aantal scheidingen en de vraag wat er allemaal kan misgaan tussen partners, kiest zij juist voor een positieve onderzoeksinsteek: wat zijn de ingrediënten van een gelukkige relatie? De stichting Marriage Week, een christelijke organisatie die zich inzet voor meer duurzame relaties in Nederland, nam het initiatief tot het instellen van de leerstoel.

Bent u zelf gelovig?
‘Nee. Dat is voor de stichting ook niet belangrijk. Die heeft weliswaar een christelijke achtergrond, maar dat staat niet prominent op de voordeur.’

De stichting streeft naar een afname van het aantal echtscheidingen in Nederland. Heeft dat streven invloed op uw onderzoek?
‘Ik ben als wetenschapper onafhankelijk. Het persbericht van de stichting over mijn leerstoel is nogal een eigen leven gaan leiden. Een journalist schreef zelfs: Esther Kluwer gaat relaties redden. Maar ik kan niet in mijn eentje, zelfs niet met een hele onderzoeksgroep, het aantal echtscheidingen terugdringen. Wel kan ik onderzoek doen naar wat echtscheidingen kan voorkomen. Wat mij als wetenschapper dus vooral interesseert, is welke factoren bepalen of mensen gelukkig zijn in hun relatie.’

 Wanneer is een relatie duurzaam?
‘Die vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Je kunt niet zeggen dat een relatie duurzaam is als je tien of twintig jaar of zelfs de rest van je leven samen bent. Als je lang samen bent, zegt dat niets over hoe gelukkig je in je relatie bent. Vanuit mijn onderzoeken naar duurzame relaties kijk ik naar zowel de stabiliteit als naar de mate van tevredenheid die mensen ervaren.’

Maar waar de een tevreden over is, hoeft de ander dat helemaal niet te zijn.
‘Dat klopt. Het is verschrikkelijk complex: er zijn zoveel mensen met zoveel relaties. Ik krijg vaak de vraag wat nou het geheim is van een goede relatie. Als ik daar het gouden antwoord op had – een lijstje van tien punten waaraan je moet voldoen, of zo – was ik allang binnen geweest. Maar zo simpel is het niet. Om goed onderzoek te kunnen doen, heb je een uitgebreide steekproef nodig van stellen die samenwonen, getrouwd zijn, wel of geen kinderen hebben en ga zo maar door. Die koppels moet je volgen over langere tijd, waarbij je ze op verschillende momenten vragenlijsten laat invullen. Zo kun je tot een aantal globale indicatoren komen die de relatietevredenheid verhogen of verlagen.’

Lang samen zijn zegt niets over hoe gelukkig je bent in je relatie.

Kunt u al tipjes van de sluier oplichten?
‘Uit eerdere onderzoeken blijkt dat naarmate partners vergevingsgezinder zijn, ze meer tevreden zijn over hun relatie. In elke relatie komt het wel eens voor dat je elkaar kwetst. De vraag is alleen hoe je daarmee omgaat. Blijf je eindeloos conflicten aangaan of kun je op een gegeven moment verder? Een ander belangrijk ingrediënt van een duurzame relatie is accommodatie: een vorm van conflicthantering. Veel mensen hebben de natuurlijke neiging om, als hun partner chagrijnig is en tegen ze uitvalt, zelf ook boos te reageren. Aangetoond is dat de kwaliteit van je relatie hoger is als je die neiging weet te onderdrukken en de situatie daarmee juist de-escaleert.

Maar een van de belangrijkste factoren voor een duurzame relatie is, vermoed ik, de mate van betrokkenheid. Daarmee bedoel ik in hoeverre partners zich verbonden voelen aan elkaar én bereid zijn te werken aan hun relatie en niet meteen, als het even moeizamer gaat, zeggen: voor jou tien anderen. Die betrokkenheid hangt ook af van de investeringen die ze al hebben gedaan. Het hebben van kinderen, een gezamenlijk sociaal netwerk, een koophuis, dat zijn allemaal elementen die de barrière om uit elkaar te gaan hoger maken.’

Toch hoor je ook dat stellen uit elkaar gaan, juist nadat ze een grote beslissing zoals het kopen van een huis hebben genomen.
‘Zo’n beslissing is vaak stressvol en zet een relatie onder druk. Dat kan ertoe leiden dat je band óf hechter wordt óf dat je juist uit elkaar groeit. Dat kwam ook uit een Amerikaans demografisch onderzoek naar de gevolgen van de orkaan Hugo in 1989. In de periode daarna werd een sterke piek geconstateerd in zowel het aantal scheidingen als het aantal huwelijksvoltrekkingen. Hoe je samen omgaat met stressvolle gebeurtenissen is dus ook bepalend voor de duurzaamheid van je relatie.

Een van mijn onderzoeksthema’s is de invloed van de werk-privébalans op relaties – zeker in dit tijdperk met veel tweeverdieners vind ik dat interessant. Uit een van mijn laatste onderzoeken bleek dat negatieve werkervaringen mensen minder emotioneel beschikbaar maken voor hun partner en kinderen, waardoor ze bijvoorbeeld minder goed reageren op discussies thuis.

Opvallend is dat je die effecten vooral ziet bij mensen waarbij werk en privé door elkaar heen lopen. Doordat we met onze smartphones tegenwoordig 24 uur per dag bereikbaar zijn, ligt dat gevaar steeds meer op de loer. Ook hebben we vanuit de maatschappij lang geroepen om flexibeler werktijden en meer mogelijkheden om thuis te werken, maar nu ontdekken we de keerzijde daarvan. Ons werk dringt steeds meer ons privéleven en dus onze relaties binnen.’

Probeert u wel eens opgedane inzichten thuis toe te passen?
‘Natuurlijk kijk ik ook met die kennis naar mijn relatie. Als mijn man een keer uit zijn humeur is, bedenk ik dat ik het beste rustig kan blijven en vragen: “Goh schat, heb je een slechte dag gehad?” Maar ook ik heb soms de neiging om terug te gaan snauwen, zeker als ik moe ben of zelf niet helemaal lekker in mijn vel zit. Dus ik ben zeker geen heilige. Maar ik ben me wel bewust van die fouten en we kunnen er samen goed over praten.’

Juist wat betreft de omgang met dit soort situaties kan relatietherapie goede handvatten bieden, zegt Kluwer. Maar de drempel naar de relatietherapeut is voor veel stellen huizenhoog. ‘In Nederland wil ik daar zelf uitgebreid onderzoek naar doen; uit een Amerikaanse steekproef bleek dat stellen met problemen gemiddeld zes jaar wachten met het zetten van de stap. En dan is het vaak te laat. Naarmate het escalatieniveau van ruzies stijgt, wordt therapie steeds minder effectief.’

Vindt u dat de overheid moet helpen die drempel te verlagen?
Aarzelend: ‘Als wetenschapper heb ik daar geen oordeel over.’

Ze is even stil. Dan, ineens fel: ‘Veel Kamerleden vinden dat de overheid zich hier niet mee moet bemoeien, omdat alles wat met relaties samenhangt zou thuishoren achter de voordeur. Maar hetzelfde geldt voor voeding. Toch bemoeit de politiek zich daar wel mee en geeft de overheid voedingsadviezen vanwege de effecten op de gezondheid. Maar ook de kwaliteit van een relatie heeft grote invloed op het gestel. Zo bleek uit Amerikaans onderzoek dat hartpatiënten met een goed huwelijk betere overlevingskansen hebben dan patiënten die in een slecht huwelijk zitten. Langdurige stress is slecht voor je hart. Mensen met relatieproblemen hebben vaak hogere cortisolwaarden in hun bloed. Uit ander onderzoek is gebleken dat gezondheidsrisico’s van een slechte relatie vergelijkbaar zijn met die van ongezond gedrag zoals slechte voeding of te weinig beweging.’

Dus je kunt net zo goed energie steken in het verbeteren van je relatie als erop letten dat je genoeg groente en fruit eet?
‘Het beste is natuurlijk allebei. Maar inderdaad, de gevolgen voor de gezondheid zijn ongeveer even groot. En daar mag de politiek zich wel wat meer bewust van zijn.’

 

 

Bron: Vrij Nederland