Hoe voorkom je dat je ooit in de januari-scheidingspiek belandt? Collega familietherapeut Else-Marie van den Eerenbeemt geeft raad in een mooi interview in NRC:

Else-Marie van den Eerenbeemt snapt heel goed waar de scheidingspiek in januari vandaan komt. „Kerst is het feest van verlangen. Als de irritaties oplopen in de relatie, dan hoop je dat het goed komt met Kerst, als er tijd is voor verzoening. Maar als het dan ook niet werkt, kun je elkaar ook niet meer uit de weg gaan. En als je eigenlijk al het besluit hebt genomen de relatie te beëindigen, denk je wellicht: ik geef het nog één kans, met de Kerst. Dat laatste is natuurlijk risicovol. Er hoeft maar dít te gebeuren – de boom vat vlam of je partner drinkt er één te veel – en de boel escaleert.”

Maar toch zou ze iedereen willen afraden wat twee bekenden van haar van plan waren: de volwassen kinderen uit het buitenland over laten komen om tijdens Kerst de scheiding bekend te maken. „Kerst zal dan voor de rest van hun leven samenhangen met de aankondiging van de scheiding. Ik heb gezegd: gun je kinderen die Kerst samen en vertel het ze later. In januari bijvoorbeeld. Want Kerst is naast een feest van verwachtingen ook een feest van herinneringen. Aan hoe Kerst vroeger thuis was, de eerste Kerst met kind of kleinkind, of de eerste Kerst na het overlijden van je vader of moeder. Een man zei: ‘Met Kerst is mijn moeder doder dan de rest van het jaar’.”

Voor familietherapeut Van den Eerenbeemt, ze is 73, is de periode rond Kerst de drukste tijd van het jaar. De ene na de andere relatiecrisis staat bij haar op de stoep of belt huilend op. Zelfs mensen die haar nog kennen van de adviezen die ze een tiental jaar geleden gaf in Koffietijd en andere media, vragen haar nu om hulp. Maar ze doet liever aan preventie. Hoe voorkóm je dat je in de scheidingspiek belandt, in de komende tien, twintig jaar? Hoe hou je een relatie goed? Wat is daarvoor nodig?

„Allereerst is het belangrijk de rol van je ouders in je relatie te erkennen. Want die is er en zal nooit verdwijnen, ook niet als zij niet meer leven. Veel mensen ervaren een tekort in hun relatie, en dat is niet los te zien van hun jeugd. Ze hebben onbewust van hun partner verwacht dat die goed zou maken wat zij vroeger tekort zijn gekomen. Zelfs in je partnerkeuze zul je wellicht al hebben willen compenseren of verbeteren wat zij in hun relatie niet hadden. Of wat jij niet van ze kreeg (aandacht, zorg, liefde). Als jij de zondebok was in het gezin, kun je nu wellicht geen kritiek meer verdragen.”

Het is unfair, zegt Van den Eerenbeemt, om te verwachten dat je door je partner wordt behoed voor wat jij eerder hebt meegemaakt. „Hij of zij is verliefd op je geworden, maar heeft nooit beloofd de leegte te zullen vullen die jij in je jeugd hebt ervaren.”

De invloed van ouders op je leven is „onuitwisbaar”, zegt Van den Eerenbeemt. Jouw relatie met hen ziet zij als de verticale staanders in een ladder. De sporten zijn de zelfgekozen relaties in het leven. De boodschap: elke zelfgekozen relatie steunt op de relatie met je ouders.

Hoe ver dat gaat, ervaart Van den Eerenbeemt in haar praktijk. Een vrouw wachtte met scheiden tot haar beide ouders waren overleden, omdat zij in hun ogen een succesverhaal wilde blijven. En een andere vrouw wilde niet scheiden tot haar ouders stierven omdat zij hun gelijk niet wilde erkennen; dat de relatie niet werkte. Soms gaat het verder. „Er zijn vrouwen die terugkerend foute mannen uitkiezen, zodat hun vader er nog goed bij afsteekt. Zo diep zit de loyaliteit van kinderen aan hun ouders.”

Ook een goede relatie van ouders werpt zijn schaduw vooruit.

En ook een goede relatie van ouders kan een negatieve invloed hebben. „Je ziet soms dat kinderen wier ouders een gelukkig huwelijk hadden er zelf niet in slagen een gezonde relatie op te bouwen. Omdat ze zulke hoge verwachtingen hebben. En toch niets kan tippen aan de relatie van hun ouders, denken ze. Maar zij hebben niet gezien hoe hard die ouders daar wellicht voor hebben moeten werken.”

Belangrijk voor een liefdevolle relatie is dat je het belang van de ander erkent, zegt Van den Eerenbeemt. „En dat gaat verder dan het geven van ee compliment. Vraag je als man eens af of je je vrouw genoeg bedankt hebt voor het feit dat ze je kinderen heeft gegeven. Dat is een existentiële prestatie.”

Veel leed in relaties, ziet Van den Eerenbeemt, vindt zijn oorsprong in fysieke of psychische afwezigheid van een van de partners bij zogenoemde ‘levensgebeurtenissen’. „Een bevalling, een miskraam, het overlijden van ouders. ‘Je was er niet voor me toen mijn moeder stierf.’ Een vrouw belde haar man nadat zij iemand op straat had gereanimeerd. Hij zei: ‘Ik zit in een vergadering en ben vanavond laat thuis’. Op dat soort momenten laat je je partner zitten en dat gevoel – in de steek gelaten te zijn toen het ertoe deed – kan de ander tijdenlang meedragen.”

„Om je relatie goed te houden is het ook van belang te beseffen wat er uniek is aan je partner. Wat geeft hij of zij je wat niemand anders kan? Niemand heeft zoveel belang bij je kinderen als jij. Niemand anders heeft die nacht doorgebracht naast je zieke kind, in wanhoop en vertwijfeling; gaan we naar het ziekenhuis of niet? En los van wat je samen hebt meegemaakt: wat heeft hij of zij, wat niemand anders jou biedt? En zeg eens tegen elkaar: ik heb je nodig, ik heb jou nodig.”

Ook niet onbelangrijk volgens Van de Eerenbeemt: investeer in de familie van je partner. Zeur niet over ze, hoe terecht je kritiek misschien ook is. En bied eens aan: als jij deze week niet bij je moeder op bezoek kan, ga ik wel. Of geef de telefoon eens niet door aan je partner als zijn of haar zus weer met problemen belt, maar voer zelf het gesprek.”

Elke langdurige relatie krijgt met tegenslag te maken.

De gemiddelde leeftijd om te scheiden is in Nederland 43 jaar voor vrouwen en 46 jaar voor mannen. Dan hebben de eerste beproevingen van het leven zich meestal wel aangediend. „Élke langdurige relatie krijgt met tegenslag te maken. Ziekte, rouw, ontslag, faillissement. En je kunt niet ontkennen dat die externe factoren je relatie beïnvloeden. Misschien heeft een vrouw een sterke man gekozen die veel te geven had en die na een ontslag in de ogen van zijn vrouw een zwak vogeltje is geworden. En kan de vrouw daar moeilijk mee omgaan.

Andersom zijn er mannen die teleurgesteld zijn dat hun vrouw niet voor ze zorgt, nu zij eens niet sterk zijn. Maar misschien kúnnen die vrouwen dat niet. Erken dat. Mensen hebben torenhoge verwachtingen van elkaar. Probeer ergens anders die hulp te krijgen die je wil. Ga je partner niet afvallen, want dan kom je zeker waar je niet wil zijn: bij het einde van je relatie. En het effect van een scheiding valt niet te onderschatten, ook niet voor de mensen om je heen. Op kinderen heeft het levenslange effecten, op grootouders, familie, vrienden en zelfs voor de volgende generatie.”

Verder belangrijk: zoek niet alles bij je partner. „Vrienden kunnen een rol spelen. Door te luisteren, niet te oordelen en het perspectief van de partner te schetsen. Maar zo gaat het vaak niet. Aan een vriendin die helemaal jouw kant kiest, heb je niets.”

Wat Van den Eerenbeemt ook afraadt is wat zij omschrijft als: individuele, ikgerichte therapie. „Therapie waarbij de nadruk ligt op loslaten en amputeren van existentiële relaties en niet op verzoening. Het hameren op teksten als: ‘wat wil je zelf’. Ik hoor mensen die dit soort therapie hebben gevolgd dingen zeggen als: „Ik ga nu voor mezelf kiezen. Ik ga veertien dagen in een zen-klooster en jij ziet maar hoe je je redt met de kinderen.”

Dit soort „egoversterkende therapieën” berokkennen relaties schade, ziet Van den Eerenbeemt. „Een mens ís geen gesloten eenheid, een mens wordt gevormd in relatie tot anderen. Dus je kunt alleen één iemand behandelen als je de effecten hiervan op relaties meeneemt.”

Natuurlijk zijn er omstandigheden waarbij een scheiding onontkoombaar is, zegt Van den Eerenbeemt. Geweld, ellende, diep ongeluk. „Ik zie relaties die volledig kapot en uitgeblust zijn. Waarbij mensen helemaal ziek zijn geworden van de vernederingen”.

Er is een cruciaal onderscheid: zijn er kinderen?

Maar in de behandeling van die relaties maakt Van den Eerenbeemt een wat haar betreft cruciaal onderscheid tussen mensen mét en zonder kinderen. „Zonder kinderen kun je uit elkaar gaan. Maar de band tussen ouders die kinderen hebben zal altijd blijven. Dat neem ik als vertrekpunt in de gesprekken. ‘Je vindt hem misschien een slechte partner – mensen diagnosticeren in hun wanhoop hun partners met van alles, mannen zijn altijd autistisch of narcistisch, vrouwen borderliners – maar is hij ook een slechte vader of moeder?’ Dus dan ga ik kijken hoe we kunnen bereiken dat ex-partners goeie ouders blijven of worden.”

Het is natuurlijk niet gezegd, weet ook Van den Eerenbeemt, dat je met het opvolgen van deze adviezen nooit in de echtscheidingspiek van januari terechtkomt. Maar kwaad kan het zeker óók niet.